Skip to main content

Knikstaarten

Auteur: drs. J.H.C. Brooymans-Schallenberg

De staart bestaat uit wervels die behoren tot de wervelkolom van de hond. De wervelkolom is op zijn beurt een onderdeel van het skelet.
De aanleg van het skelet begint al in een vroeg stadium van de embryonale ontwikkeling. Het ontwikkelt zich uit een van de drie kiembladen, het zogenaamde mesoderm. Vanuit dit zelfde kiemblad vindt ook de ontwikkeling plaats van onder andere het bloedvatenstelsel (inclusief het hart), het spierstelsel en het urogenitaal-apparaat (nier en urinewegen en voortplantingsorganen).

Erfelijke eigenschappen:
De hele ontwikkeling van bevruchte eicel tot pup, als ook de ontwikkeling van het dier daarna wordt in principe gestuurd en bewaakt door de erfelijke factoren die een pup in zich heeft.
Voor de ontwikkeling van de wervelkolom zijn bij de muis al 20 erfelijke factoren aangetoond. Ook voor de skeletontwikkeling na de geboorte zijn weer vele erfelijke factoren verantwoordelijk. Al met al een gecompliceerd proces waar best iets mis kan gaan.
Mutaties treden regelmatig op. Hierdoor kunnen onder andere genetische defecten optreden. Gebeurt dit in het erfelijke materiaal in zaadcel of eicel, dan zijn deze effecten overdraagbaar op de nakomelingen.
Genetische afwijkingen komen niet altijd tot uitdrukking in het fenotype. De oorzaken hiervan zijn verschillende. De wijze van vererving (recessief of dominant) is er één van, maar ook de mate van heterogeniteit ofwel de variabiliteit in het genenpakket een rol.

Afwijkingen staartwervels
Afwijkingen aan staartwervels behoren tot de skeletafwijkingen. Ze kunnen verschillend van vorm zijn, afhankelijk van het defecte gen of de defecte genen.
Zo kan de staart afwezig, te kort met een stop einde of een stompstaart zijn.
De staart kan één of meerdere knikken vertonen van verschillende vorm, haken en niet verstrijkbare krommingen. Er kunnen te weinig of teveel wervels zijn en soms dubbel. Ook afwijkingen aan de tussenwervel-gewrichten komen voor.
Knikstaarten kunnen overigens nog enkele weken na de geboorte optreden. Beperken deze staartafwijkingen zich tot de staart, dan heeft de hond hier geen last van en zal onbekommerd kunnen leven.

Wordt er echter met deze honden gefokt, dan kunnen dergelijke misvormingen gaan optreden in het nageslacht. Deze beperken zich dan zelden tot de staart, maar treden in andere delen van de wervelkolom op. Voorbeelden hiervan hebben wij bij honden gezien in de halswervels, borst- en rugwervels en lendenwervels.
Ook zijn er voorbeelden van gespleten verhemelten, waterhoofden, scheve kaken, misvormingen aan de ribben, teveel of te weinig tenen en te korte onderbenen.
Als gevolg van de interactie tussen de diverse erfelijke factoren kunnen er afwijkingen optreden in andere orgaansystemen die vanuit het mesoderm worden aangelegd.

Voorbeelden hiervan zijn de persisterende (blijvende) embryonale bloedvaten, een septumdefect (defect van het harttussenschot), ectopische ureteren (buizen van nieren naar blaas liggen op een verkeerde plek), het ontbreken van de anus en cloacavorming (anus en urinebuis hebben één gezamenlijke uitgang).
Deze afwijkingen worden meestal gecategoriseerd als aangeboren afwijkingen welke niet erfelijk zouden zijn.
Natuurlijk komt dat ook voor. Denkt u maar aan de Softenonbaby's.
Zolang echter geen niet-erfelijke oorzaak is vastgesteld moeten wij er veiligheidshalve van uitgaan dat erfelijke factoren een rol spelen. De omgekeerde redenatie; Eerst maar eens aantonen dat het erfelijk is, kan ernstige gevolgen voor de populatie hebben.
De relatie tussen het optreden van genoemde misvormingen in orgaansystemen en het voorkomen van knikstaarten bij één van de ouders in de familie van beide ouders is vastgesteld bij een aantal rassen. Ook bij andere diersoorten komen deze relaties voor. Wetenschappelijk onderzoek op dit gebied is verricht bij muizen.

Kennis, registratie en fokken
Het fokken met honden die een knikstaart vertonen, dat wil zeggen waar de staartwervels niet recht achter elkaar liggen maar scheef en zo vergroeid met een niet gedeeltelijk smaller worden om in een punt te eindigen is per definitie ontverantwoord.
Dit geldt in verband natuurlijk ook voor kromme rug, afwijkende vorm van de ribbenkast, scheef gebit, te korte onderbenen en teveel of te weinig tenen.

Keurmeesters hebben immer de plicht de hen ter keuring aangeboden honden zorgvuldig te keuren, waarbij het onderzoek van de staart niet achterwege mag blijven. Skeletafwijkingen maar ook andere tekortkomingen die de gezondheid van een hond (ook van de nakomelingen), nadelig beïnvloeden dienen steeds vermeld te worden ter informatie aan de fokkers en eigenaren. Feitelijk verdienden deze honden ook de kwalificatie 'Uitmuntend' niet.
Het is immers een afwijking van het normale beeld.