Skip to main content

Aintree

Naam: Ala Memoria di Philippo’s Desejado
Roepnaam: Aintree
Geboren: 10-03-2004



Het is ons grote geluk: hij is zeven jaar geworden.
Voor een Ierse Wolfshond niet ongewoon, maar voor Aintree toch bijzonder.
Regelmatige lezers van de Shamrock zullen net zijn verhaal afgelopen jaar hebben gelezen. Wat we niet hebben meegenomen in het verhaal is dat Aintree, toen hij net vier jaar was, werd gediagnosticeerd met myositis. Dit is een auto-immuun ziekte die indirect het spierweefsel aantast. De meeste honden overleven het eerst jaar, nadat de ziekte actief is geworden, niet.
Van onze depressieve Aintree, die bij het minste geringste zijn kopje liet hangen, verwachtten we niet veel meer! Hoe anders zou het gaan. Toen hij eenmaal echt ziek was begon hij te vechten en werd zelfs een vrolijke hond. Net alsof hij altijd al geweten had dat hem iets ergs boven het hoofd hing en nu het eenmaal zover was, hij het eigenlijk wel mee vond vallen.
Het eerste jaar verloren we wel meteen zijn staart. Doordat hij niet voldoende controle meer heeft over al zijn spieren kon hij in zijn enthousiasme een beetje te wild met zijn staart zwaaien. Het gevolg daarvan was dat hij uiteindelijk het uiteinde onherstelbaar verbrijzelde. De beste optie was een stukje te amputeren. Uit ervaring van andere Ierse Wolfshondbezitters had ik geleerd dat het genezen van een door kwispelen stukgeslagen staart over het algemeen een moeilijke kwestie is. We hadden voor ons zelf daarom al besloten om zijn staart redelijk hoog te laten amputeren, om deze problemen te voorkomen. Toen we bij de dierenarts kwamen, probeerde zij ons voorzichtig voor te bereiden op de mededeling dat ze eigenlijk, gezien zijn ziekte, het grootste gedeelte van zijn staart wilde amputeren. Ook legde ze uit, dat hoewel het niet de mooiste oplossing is, ze een stuk van de voorkant van de huid over de stomp heen zouden trekken en de zaak aan de binnenkant afhechten. Inderdaad heeft hij nu een beetje rare pluim aan zijn staart hangen, maar het geheel is, doordat de huidwonden beschermd werden door de staart, zonder enige problemen genezen. Wim is met hem meegegaan, met lood in de schoenen, want hij dacht dat Aintree wel erg boos op hem zou zijn als hij zonder staart wakker zou worden. Niets was minder waar, Aintree was bijzonder gelukkig zijn pijnlijke staart kwijt te zijn. In de weken na de operatie zagen we hem vaak kwispelen, heel gelukkig omkijken, om vervolgens nog harder te kwispelen.

Het jaar daarna kwamen we zonder al te grote problemen door.
Vorig jaar zomer echter bleek hij op beide schouders een enorme onderhuidse ontsteking te hebben. Veroorzaakt doordat hij daar geen vet en bijna geen spierweefsel meer heeft. Eerst wilde de kliniek niet meer opereren, omdat de kans op herstel te klein was. Het is een gemengde kliniek en er werd als laatst nog advies ingewonnen bij de andere afdeling. Daar troffen we de arts die mijn ezel heeft geopereerd. Zij zei meteen: We gaan ervoor, deze mevrouw weet wel iets te maken waardoor hij niet op de wonden kan liggen, kussens op beide zijde moet hij hebben. Inmiddels loopt hij sinds een jaar vol trots met zijn jas aan met op beide schouders een vulling zodat zijn schouderbotten beschermd zijn. Vooralsnog hebben we een vrolijke hond die zich in onze grote roedel, ondanks zijn ziekte, goed weet te handhaven.
Een paar weken geleden zei Wim op een avond tegen mij: Molhóbico (een café waar we graag komen) heeft zijn terras weer buiten staan, morgen gaan we daar, met de honden, op het terras voor de lunch een biefstuk eten. Aintree zijn favoriete uitje en aangezien hij uitstekend Nederlands verstaat, maakte hij om zeven uur ’s morgens alle honden wakker en zaten ze met zijn allen bij de auto klaar om op stap te gaan. Het heeft enige moeite gekost ze ervan te overtuigen dat lunchtijd pas om een uur of één is.
Of we de acht gaan halen weten we niet, we hebben zo onze ups en downs, zo af en toe moet zijn medicatie worden bijgesteld of krijgt hij een antibioticakuurtje. Maar zolang hij de roedel nog regeert en zolang hij nog zelfstandig kan opstaan gaan we verder.


Namens de hele roedel Monique Baars