Trimschema
Tweemaal per jaar een grote beurt.
1. Nadat de hond totaal is geborsteld, plukt men vanaf de nek de rug, de flanken, de borstkas en de schouderpartij.
2. De staart wordt slechts heel licht geplukt, dat wil zeggen dat alleen de uitstekende haren worden uitgetrokken.
3. De achterbenen plukt men heel licht uit. Dus alleen de dode en lange haren. De haren op de sprong worden geëffileerd.
4. De voorbenen worden eveneens licht uitgeplukt.
5. Van de voetbeharing worden bovenop de uitstekende haren weggeknipt. De overige beharing wordt naar beneden gekamd en op gelijke hoogte vrij van de grond afgeknipt. De beharing buiten de voetzoolkussens wordt weggeknipt. Klitten tussen de voetzoolkussens worden eveneens weggehaald. Indien nodig kort men de nagels in door deze te knippen of te vijlen.
6. Van het hoofd worden de schedel en de wangen kort en glad geplukt. Onder de ogen haalt men slechts weinig haar weg. Van de wenkbrauwen plukt men alleen de lange haren uit. Van de baard worden ook alleen de lange, springerige en dode haren uitgeplukt. Maar de baard mag niet verder dan de mondhoek komen.
7. Van de oorschelp haalt men de dode haren weg en maakt men de gehoorgang vrij van haren. Eventuele haren in de gehoorgang moet men uitplukken.
8. Alle uitstekende haren van hals en voorborst moet men uitplukken.
9. Alle overgangen dienen vloeiend te verlopen.
10. De beharing rond de anus en geslachtsdelen wordt weggeknipt.
- Raadplegingen: 16165